Ontstaansgeschiedenis

In de jaren 1884/1885 groeide bij 10 Rotterdamse jongens in de leeftijd van 15 tot 18 jaar het idee om een roeivereniging op te richten. Op 1 januari 1886 werden de statuten van Roeivereeniging “Nautilus” opgemaakt en die datum is het beginpunt van de geschiedenis van Nautilus.

In 1887 huurde de vereniging bij de botenbouwers Deichmann & Ritchie een deel van een houten loods op het Noordereiland. Ook werden bij Deichmann & Ritchie de eerste twee eigen boten van de vereniging gebouwd. De loods bij Deichmann was al snel te klein. In 1893 werd een drijvende loods van 18 x 6 meter aangekocht voor f 395,–. Deze loods werd eerst in het Boerengat en in 1894 in de Nieuwe Haven gelegd. Op deze plaats heeft de vereniging ruim 30 jaar doorgebracht, midden in de stad Rotterdam.

De Nieuwe Haven is na 1940 gedempt en op die plaats ligt nu de Burgemeester van Walsumweg (tussen Oostplein en Station Blaak). In 1896 telde de vereniging ruim 50 leden. Dit waren enkel mannen, want vrouwen werden toen nog niet toegelaten.

Door het groeiend aantal leden werd de loods al snel te klein: het kwam regelmatig voor dat het drijfvermogen tekort schoot wanneer er veel leden aanwezig waren, het water drong dan de kleedkamer en de loods binnen.

nieuwe haven

Bovendien kende de loods geen voorzieningen. Om zich te kunnen wassen moest men een emmertje water uit de Nieuwe Haven scheppen. Een emmer met gaatjes diende als douche. Afvoer van water was er niet. Na veel rekenen werd in 1901 opdracht gegeven tot het bouwen van een nieuw drijvend botenhuis, kosten f 10.000,–.

De exploitatie van het buffet in het clublokaal werd voor f 2.000,– per jaar gepacht door de bekende Rotterdamse horeca-ondernemer C.N.A. Loos, lid van de vereniging. Op 13 juni 1902 wonnen De Bij en Loos de eerste wedstrijd voor Nautilus.

De Nautilus

Gedurende de volgende 15 jaar groeide Nautilus uit tot een toonaangevende vereniging. De ligging midden in de stad zorgde ervoor dat de vereniging in het middelpunt van de belangstelling stond. In 1910 telde de vereniging meer dan 100 leden. Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum (1911) liet Nautilus de eerste overnaadse acht van Nederland bouwen, wederom bij Deichmann & Ritchie. Destijds gevestigd in Nijmegen. Een ploeg Nautilianen roeide de boot over het 130 km lange traject van Nijmegen naar Rotterdam.

Deze - inmiddels 105-jarige - overnaadse acht, "de Nautilus", is nog steeds in het bezit van Nautilus en ligt in het botenhuis aan de Oude Plantage.

Voor zover bekend is het de enige nog vaarklare overnaadse acht in Nederland. Ter gelegenheid van het 125 jarige jubileum is de Nautilus volledig opgeknapt en wordt - bij bijzondere gelegenheden - weer regelmatig gebruikt.

1911-1916

In de jaren 1911-1916 werden regelmatig wedstrijden gewonnen. De roeiers De Bij, Van Heelsbergen, Jongeneel, Bekker, Loos Snelleman, Van Beest, Grootenhuis en Stoon werden door tegenstanders gevreesd.

Op toerroei-gebied werd ook een huzarenstuk verricht. In 1916 stak de ploeg van Polak en Overstrijd in een wherry de toenmalige Zuiderzee (nu IJsselmeer) over.

Wederom werd door het groeiend aantal leden het botenhuis te klein. Tijdens de drukbezochte vergaderingen moest scherp worden opgelet of het botenhuis wel boven water bleef. Reeds in de jaren 1912-1914 dacht men over een andere behuizing, waarbij ook de Rotte al ter sprake kwam, omdat het scheepvaartverkeer op de Nieuwe Maas steeds drukker werd. Het drijvende botenhuis werd echter hersteld en aangepast.

Damesroeien

In 1917 besluit de ledenvergadering dat vrouwen voortaan lid mogen worden van de vereniging. Onder aandrang van De Bij komt het bestuur in 1919 echter weer terug op dat besluit en stelt voor om de damesafdeling te sluiten "omdat de aanwezigheid van dames de ware opofferingen die een wedstrijdroeier zich moest getroosten al te zwaar zouden doen lijken".

Bovendien leidde de aanwezigheid van dames teveel af: In 1918 was namelijk een einde gekomen aan de lange periode waarin Nautilus wedstrijden naar believen scheen te winnen en De Bij dacht dat de heren liever hun tijd besteedden op toertochten met dames in gemengde ploegen. Na vele verhitte discussies werd in 1920 besloten dat de dames mochten blijven.

De Bij heeft overigens later toegegeven dat vrouwen ook goed konden wedstrijdroeien.

Damesrokken en pantalons

Van hun kant lieten de dames zich ook niet onbetuigd. Ze mochten sinds 1917 weliswaar roeien, maar wel in een lange witte rok. In boten met vaste bank was dat niet zo bezwaarlijk, maar in boten met rolbanken was het gebruik van een "om de rok geslagen en aangetrokken" schort noodzakelijk.

In 1921 wensten de dames over te gaan tot het dragen van een pantalon. Deze wens verwekte algehele opschudding en wederom verhitte discussies. Maar: de pantalon kwam er, zij het dat de dames hun “even over de knieën sluitende pantalon” moesten verbergen onder de witte rok zodra zij op de wal kwamen. Nautilus lag immer nog altijd midden in de stad.

Verhuizing naar de Oude Plantage

Na veel rekenen werd op 11 september 1922 besloten tot de bouw van een vast botenhuis aan de Oude Plantage te Kralingen naar een ontwerp van het lid Van der Kloot Meyburg. Tegen het eind van 1923 werd het oude botenhuis verlaten. Na bijna 30 jaar verdween Nautilus uit de Nieuwe Haven en het centrum van de stad. Het nieuwe gebouw aan de Oude Plantage werd op 25 oktober 1924 officieel geopend in aanwezigheid van B&W van Rotterdam.
 

Locatie Rotte

De wedstrijdroeiers vertoefden echter nog onder zeer Spartaanse omstandigheden in de, steeds verbouwde, maar toch zeer primitieve houten loods aan de Rotte (op dezelfde locatie als heden): De leden moesten zich douchen met water uit de Rotte, er was geen vloer in de loods en de verwarming bestond uit een kacheltje.
 

De heer H.A. de Bij

De Rotte-afdeling dankte zijn bestaan aan welgeteld één lid, de heer H.A. de Bij. De Bij betaalde bijna alles: de huur voor het gebouwtje, de verbouwingen, de boten, de botenbaas en het onderhoud. Alles mocht door de Nautilianen gebruikt worden. In 1927 werd er een nieuwe loods bijgebouwd en ontstond op die locatie de “binnenwater afdeling” van Nautilus.
 
In 1929 werd het dames voor het eerst toegestaan echte wedstrijden te roeien. In het voorjaar van 1940 bood de gemeente Hillegersberg aan om een geheel nieuwe loods te bouwen op dezelfde plaats, de huur bedroeg slechts één gulden per week. Deze loods was een grote vooruitgang, want er was nu sprake van een loods met een vloer, toiletten, maar het bleef allemaal erg sober. Elektriciteit en warm water waren er niet. Deze loods heeft tot 1970 dienst gedaan.

Nautilus in de oorlog

Tijdens de oorlog mocht er niet meer op de rivier worden geroeid. De vloot werd naar verschillende plaatsen buiten Rotterdam overgebracht. Op 11 juli 1941 werden de bezittingen van Nautilus door de Duitsers in beslag genomen en werden de beide verenigingsgebouwen gesloten. Tevens werd bevel gegeven de vereniging te liquideren. Zustervereniging K.R.Z.V. De Maas onderging hetzelfde lot. De aangewezen beheerder maakt het geld op, maar zette de liquidatie van de vereniging niet door.
 

Agnes Reuter

Voor het eerst konden er op zaterdag 9 juni 1945 weer boten uitvaren, de vereniging bestond nog maar was ernstig berooid. Op wedstrijdgebied kreeg Nautilus weer een kampioene: Agnes Reuter. Zij werd nationaal kampioene skiff in de jaren 1951 tot en met 1956 en behaalde tweede plaatsen op Europese kampioenschappen. Ook de eerste Head of the River voor dames (1954) werd door een Nautilus-acht gewonnen.
 

Nieuwbouw aan de Rotte

In 1969 werd een nieuwe Rotteloods (de derde) gebouwd op de plek van de oude loods (dat is dus dezelfde plek waar de heer De Bij al vóór 1920 “zijn” wedstrijd afdeling begon). De loods werd op 30 mei 1970 geopend en is eind september 1996 gesloopt voor de bouw van alweer de vierd Nautilus-vestiging op deze plek sinds 1920.
 

1986. Viering 100 jaar Nautilus

In 1983 werd besloten tot een hoognodige restauratie van het gebouw aan de Oude Plantage. Er werd hard gewerkt om het gebouw toonbaar te krijgen voor de viering van het eeuwfeest in 1986. Een bijzonder jubileum evenement, bedoeld als eenmalige gebeurtenis, was de Bruggenloop. Een prestatieloop met start en aankomst op de Oude Plantage. Het succes is overdonderend en sindsdien is deze Bruggenloop niet meer weg te denken als jaarlijks evenement, waaraan zo’n vierduizend lopers meedoen.
 
In het eeuwfeestjaar gebeuren echter niet alleen leuke dingen. In de vroege ochtend van 4 augustus 1986 werd in de Rotteloods ingebroken en brand gesticht. De inbrekers hebben geprobeerd ook in de botenloods brand te stichten door brandende lappen op twee boten te leggen. Het is een wonder dat die brand niet aansloeg, want de hele Rottevloot zou in vlammen zijn opgegaan. De twee boten wilden echter niet branden. Eén van de twee aangestoken boten heette “H.A. de Bij”, naar de grondlegger van het Rotteroeien. Het is een mooie gedachte dat De Bij het tenietgaan van zijn geesteskind heeft weten te voorkomen.
 

Succesvolle Nautilianen

Op wedstrijdgebied is Nautilus weer succesvol. In 1989 werden maar liefst drie Nautilianen wereldkampioen. Pieter Wiltenburg en Arthur ten Katen worden senior-B wereldkampioen in de ongestuurde twee. Koos Maasdijk werd senior-B wereldkampioen in de skiff. Later in dat jaar haalde Koos Maasdijk goud in het nummer dubbel vier op de wereldkampioenschappen. In 1996 won hij als lid van de Holland Acht de gouden medaille bij de Olympische Spelen in Atlanta. In 2010 vertegenwoordigde Bastiaan Vervoort Nederland op de Jeugd Olympische Spelen in Singapore in de skiff.